Samy Szlingerbaum
Geboren in Brussel op 7 mei 1949 en gestorven in 1986
Als maker van één enkele langspeelfilm, Bruxelles-transit, een Jiddisch meesterwerk dat in 1979 in Brussel werd gedraaid, zal Samy Szlingerbaum, die op 37-jarige leeftijd stierf, niet langer in de gelegenheid zijn om ons de omvang van zijn talent te tonen.
Als cinema-autodidact had Samy al doende geleerd, met de hulp van zijn vrienden, Chantal Akerman (met wie hij Le 15/8 maakte en voor wie hij het geluid deed van Je, tu, il, elle) en Boris Lehman, die hij zou vergezellen bij al zijn films, van Magnum Begynasium Bruxellense tot Babel, Symphonie en Couple, regard, position, en aan wie hij zou vragen om de rol van de vader te spelen in Bruxelles-transit.
Bruxelles-transit is grotendeels autobiografisch en begint als een quasi-documentaire film waarin de acteurs (of actants) niet meer dan silhouetten zijn die in het zwart-witte (meer zwarte dan witte) stationslandschap zijn geplaatst, de plaats of non-plaats bij uitstek van de oorsprong van reizen en ballingschap, van de hier zo symbolische transit uit het verhaal van Samy’s ouders, die uit Polen kwamen met een visum voor Costa Rica.
In wezen was het verhaal van mijn ouders gelijkaardig. Het waren eveneens Poolse Joden (net als de ouders van Chantal) die in de bonthandel en kledingconfectie werkten. Mijn ouders vluchtten in 1933, zodra het nazisme opkwam, en namen nog tijdens de oorlog de wijk naar Zwitserland, terwijl Samy’s ouders pas in 1947 vertrokken, na het einde van de oorlog.
We moeten in zijn film de intensiteit van de beelden benadrukken, die gereduceerd zijn tot hun fundamentele uitdrukkingskracht, ondersteund door een erg durasiaanse voice-over (de stem van zijn moeder, die we niet kunnen zien), en daarnaast ook de moderne schriftuur, bestaande uit lange doorlopende shots, vast en frontaal, bijna fotografisch, en laterale, ruime en prachtige tracking shots. Een zuivere, metaforische vertelling waarin de tijd wordt uitgerekt, waarin de documentaire geleidelijk en ongemerkt omslaat in een filmbekentenis (de melopee van de moeder), in een filmgedicht waarin enkele minimale fictiescènes verschijnen. Geen illustratie en geen echte reconstructie, want het gaat hier eerder om het overbrengen van een emotie in een verhaal, waarbij zijn eigen verhaal opnieuw gespeeld wordt op de plek waar het zich heeft afgespeeld.
Dit lied over onderweg zijn is zowel een wiegeliedje als een ontboezeming en is door en door doordrongen van de taal, de taalflarden van het Jiddisch, ontstaan in de getto’s en verbonden met het tragische lot van de Joden, het Jiddisch dat in onze oren klinkt als een klagende herrijzenis van de concentratiekampen.
Een van de meer documentaire kortfilms die Samy maakte, is Les marches du palais, een inventaris van een Brusselse wijk, de Kunstberg, ook wel het Europakruispunt genoemd, voortdurend in verandering, in “verbrusseling”, zoals we vandaag zeggen, ooit een Joods getto, een louche wijk, en nu door een opeenvolging van constructie- en afbraakwerken veranderd in een netwerk van tunnels, parkings, stations, banken, paleizen, musea en bibliotheken zonder inwoners. Wat een ironische manier van Samy om ons te raken, mede dankzij de elegante en warme toon van zijn stem.
Insomnies is een impressionistische blik op de stad ’s nachts, die de clichés van de commerciële of toeristische films vermijdt en in plaats daarvan een levensstijl suggereert die geritmeerd wordt door ruitenwissers en de muziek van The Honeymoon Killers. De film is een knipperend heen-en-weer dat vervolgens vertrekt, als een arabesk van licht en kleur, gemaakt van lijnen, bochten en hoeken.
La brocante is eerder een filmbeschrijving, een filmreflectie die de ruimte verkent. Onder het mom van een bezoek aan een appartement (La visite, de aanvankelijke titel, had passender geweest), dringt een jong koppel steeds dieper door in de intimiteit van de plek, verstoort er de orde, rommelt door boeken, raakt alles aan, bevuilt alles, kijkt televisie en eet. Terwijl zij een jurk over haar kleren aantrekt en zich opmaakt, bladert hij door een familiealbum en leest hij een fragment van een dagboek. Het spel aan het begin vervelt geleidelijk tot een inbezitneming en een echte schending van de plek.
Samy legde dit soort gedrag op de grens van de normaliteit ook vast in Le 15/8, een portret/bekentenis van een jong Fins meisje dat niet goed in haar vel zit, dat tegen zichzelf praat, zichzelf bekijkt, eet, haar veters strikt, haar tas leegmaakt, in haar adresboekje kijkt, met haar halsketting speelt, zich in haar bed van de buitenwereld afsluit, voor de cameraspiegel waartegen ze praat.
Je merkt dat Samy altijd voorrang heeft weten te geven aan het therapeutische aspect van filmen, en dat hij nooit heeft geprobeerd om zichzelf als een kunstenaar te beschouwen, maar daardoor meer dan wie ook een kunstenaar was, een voorbeeld van onberispelijke artistieke eerlijkheid.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk als “Szlingerbaum Samy” in Dic doc : le dictionnaire du documentaire (Brussel, 1999).
Met dank aan Boris Lehman.
Op donderdag 3 december 2020 tonen KASKcinema en Sabzian Bruxelles-transit online. Meer informatie over de vertoning vind je hier.