Prisma #4
De mensen lopen schaamteloos lachend over straat. Je kijkt zomaar een ondeugende mond binnen, vol schots en scheve tanden. Het is of Apichatpong Weerasethakul wil zeggen dat de wereld open staat, net zoals de monden van Pasolini’s acteurs die al lachend de liefde bedrijven en kattenkwaad uithalen. Ze kijken elkaar al lachend in de ogen.
Net als bij de Decamerone glijden we bij Tropical Malady een raamvertelling binnen, waarin verhalen bestaan binnen werelden die bestaan in dromen. Er bestaat geen ‘groot verhaal’, er bestaan twee jongens die verliefd zijn op elkaar, misschien. Zelden was liefde zo ontroerend. Ze zitten op een plateau dat uitkijkt over het eindeloze woud van Thailand. Tong spreekt over zijn oom, die een geheugen heeft dat 200 jaar terug gaat. Keng vraagt of hij zijn hoofd in Tongs schoot mag leggen. “Laat me gerust”, zegt hij lachend. Een ogenblik houdt Keng zich stil en klinken enkel de eeuwige dieren in het woud. “Ik bedoel ‘laat me gerust’ als ‘natuurlijk’”. Waarop een glimlach doorbreekt in het gezicht van Keng en hij zijn hoofd op Tongs knieën laat rusten. Hij neuriet een lied. Hij krijgt een verwijt; “Zing niet voor jezelf, zing voor ons.”
In de wereld van Weerasethakul resoneren mensen met dingen, dieren en geesten. Er bestaat geen eenzaam lied, want de wereld zingt mee. De regen belijnt de contouren van het landschap. Het geeft de textuur aan van het dak en de bladeren rondom. Cicades trekken strepen door het woud en op het moment dat de roep van een aap ondertiteld wordt kan niemand dit meer verbazen. De wereld spreekt, maar je verstaat het pas wanneer je de juiste frequentie vindt. Aan het einde van de film staan mens en dier oog in oog met elkaar. Het is of hun contact een stroom op gang zet die door het hele woud en door de wind vloeit, die de takken doen wiegen tegen de zwarte lucht. Een stem klinkt: “Ik geef je mijn ziel, mijn vlees en mijn herinneringen. Iedere druppel van mijn bloed zingt ons lied. Een lied van vreugde. Nu … hoor je het?”
Deze Prisma verscheen als ‘Prisma #3’ in Filmmagie #673, maart 2017.