Prisma #8
In de wereld die aan John Fords The Grapes of Wrath voorafging, had iedereen een taak en die taak werd van generatie op generatie doorgegeven. Niet om de wereld voort te stuwen maar om de wereld zonder meer te doen draaien. Zo kende je bij het begin van je leven ook meteen het einde van je leven. De dood was dan geen ongerijmdheid of taboe, zoals in onze moderne tijd, maar het natuurlijke eindpunt van een menselijk bestaan. Deze eeuwige herhaling wordt de familie Joad ontnomen in The Grapes of Wrath: de armoede ingeduwd door de Dust Bowl en de Grote Depressie worden ze gedwongen weg te trekken uit de dorre Midwest, op zoek naar een betere toekomst. Wanneer Tom, gespeeld door Henry Fonda, tegen het einde van de film beslist om het ontheemde gezin ten slotte te verlaten en afscheid neemt van zijn moeder, begint het ingrijpende en onomkeerbare van hun situatie hem voor het eerst te dagen. Zijn moeder ziet minder in waarom de wereld hen plots zo weinig gunt, en vraagt hem nog hoopvol en naïef: “Later, when this is blowed over… you’ll come back?” Maar de blik van Tom is onherroepelijk getransformeerd. Tot dusver kon hij zich nog vol vertrouwen een beter bestaan voorspiegelen, nu valt er op zijn gezicht iets heel anders af te lezen. De richting van zijn leven, die hem bij zijn geboorte nog was meegegeven, is hem nu volkomen onbekend. Als ontwaakt zien we Tom in het ijle turen. Het is een blik die het besef behelst dat zijn lot definitief gekenterd is. In deze verschuiving van gezichtspunt is de kijker getuige van Toms ontdekking van de geschiedenis. Afgesneden van een bestemd einde, ligt de kennis over zijn taak in deze wereld voor hem, ergens voorbij de historische horizon. In de volgende scène zien we Tom de ellenlange einder aflopen, belast en beladen met een nieuwe taak: “Maybe I can just find out something. Just scrounge around and maybe find out what it is that’s wrong… Fella ain’t got a soul of his own, just a little piece of a big soul. The one big soul that belongs to everybody.”