Is het al begonnen? / Is het al voorbij?
Introduction (2021) en In Front of Your Face (2021) van Hong Sang-soo
Is het al begonnen?
Is Introduction de beste inleiding tot het werk van Hong Sang-soo?
De film is kort, droog, strak, op zoek naar een breekpunt in zijn vertelkunst: scènes die tot een minimum herleid zijn, een weigering van elke zin voor overgang. Introduction volgt de voetsporen van de jonge Young-ho, die navigeert tussen een winters Korea en een Berlijns avontuur, vaak door verlaten steegjes en buurten (de obligate COVID-verwijzing). Hij heeft afspraken, vaak met vrienden van zijn ouders of kennissen van zijn vriendin, maar die lopen nooit zoals gepland. De mensen die hij zou ontmoeten blijken afwezig, geven verstek of lezen hem de les.
De berooide jongeman doorloopt deze reeks gemiste afspraken zonder dat de film ooit de moeite doet een bildungsroman te weven. De scènes blijven abrupt van elkaar gescheiden en schetsen enkel een barre archipel van mislukkingen waaraan alles lijkt te ontsnappen. Het personage heeft geen echte greep op de gebeurtenissen en de filmmaker streeft al evenmin naar beheersing. Het zwart-witte kader weigert deel te nemen aan het al te verleidelijke spel van contrasten en bewoont liever een esthetische grijze zone: een ets die verworden is tot een lavis dat wordt gewassen.
In Introduction voert Hong Sang-soo zijn esthetiek der besluiteloosheid het verst door. Daarmee levert hij een schetsmatige en verbleekte film af, ongrijpbaar qua inzet, een film die weigert meer te weten dan zijn personage. De filmmaker is er niet om mentor te spelen of de jongere generatie de les te spellen.
Introduction wordt best opgevat als een notitie. In muzikale zin zet de film de toon voor een vervolg – maar welk vervolg? Of in literaire zin: een krabbel in de marge van een werk dat zelf al geschreven is in de marge van elke gangbare productienorm.
Deze discretie, dit gebrek aan zichtbare inspanning, maakt het waarschijnlijk riskant om de ontdekking van Hong Sang Soo’s oeuvre met deze film af te trappen.
Maar zoals in zovele van Hong Sang Soo’s films vindt er op het einde van Introduction een openbaring op het strand plaats. Wanneer Young-ho uit de ijskoude zee komt, vindt hij eindelijk de combinatie van opluchting en vreugde die zijn gelaat, zo lang ondoorgrondelijk, doet opfleuren. Eindelijk komt hij boven water. Zijn doop heeft plaatsgevonden. Misschien wordt zijn leven toch nog iets anders dan een reeks vruchteloze confrontaties waarbij hij het gevoel had dat er met hem gesold werd.
Misschien, maar we zullen het nooit weten.
Op het moment dat Young-ho het hoofd weer fier opheft komt de film gierend tot stilstand. Is Young-ho’s leven wel echt begonnen? De film neemt 66 minuten de tijd om de vraag te stellen en laat ons dan bewust zonder antwoord achter.
In de plaats van een inleiding te bieden zet Introduction de teller op nul. De “helden” van de filmmaker zijn vaak slapjanussen, ongevoelig voor hun gevoelens, die vaak maar met moeite hun zelfbedrog inzien. Young-ho is enkel een jeugdige variatie op dit model, openlijk openhartig maar onromantisch. Aangezien de mysteries zijn pet te boven gaan, kan hij niet eens doen of ze van zijn hand zijn. Tegenover deze ontspoorde situaties en de ondoorzichtigheid van elke besluitvorming kan hij slechts een soort psychologische vervaging stellen, relatief ongezien bij de mannelijke personages van deze filmmaker.
Is het al voorbij?
Wat als Introduction slechts een inleiding vormde op In Front of Your Face?
Een film over de jeugd als aanhef voor een film over de rijpere jaren.
Een film over een jonge man zonder eigenschappen als inleiding op een film over een vastberaden vrouw.
Een film over een jonge man die reeds verdwaald is in het leven dat hij voor zich heeft als opmaat tot een film over een vrouw die wil weten waar ze zich bevindt in de laatste fase van haar leven.
Op deze manier beschreven lijken deze films afschuwelijk didactisch, terwijl beide zich vrolijk laten overspoelen door een vergelijkbaar mysterie. Ze stuiten allebei op eenzelfde raadsel: uit wat bestaat het morgen? Tegen elke prijs een antwoord vragen is een illusie.
Sangok, de heldin van In Front of Your Face, is een vrouw van rond de vijftig. Ze heeft een carrière als actrice achter de rug en is net terug van een lang verblijf in de Verenigde Staten. Ze houdt zich bezig met één taak: haar verleden opruimen zoals men een kamer opruimt.
Samen met haar zus haalt ze herinneringen op, met een mengeling van gekkigheden en nauwelijks verholen verdriet. Ze bezoekt haar ouderlijk huis en wordt ontroerd door een klein meisje dat een jongere projectie van haarzelf zou kunnen zijn. En kijk, nu ontmoet ze op straat een jongeman – gespeeld door de acteur uit Introduction – die haar een innige knuffel geeft.
Bij zijn laatste wending loopt de film uit op een performatieve doorbraak. Een filmmaker die haar bewondert biedt haar een nieuwe rol aan, ook al heeft ze lang niet geacteerd. Ze weigert! Ze heeft niet lang meer te leven en wil niet wachten en zich onderwerpen aan het tijdsregime van de cinema. Hoeveel tijd zit er tussen het verlangen van een filmmaker en de eerste opname? Twee, drie, zes maanden? Dat zal al te laat zijn!
Dit gebod van het hier en nu is evenzeer een dramatische drijfveer als een manifest. Van alle hedendaagse filmmakers is Hong Sang-soo degene die het meest heeft geprofiteerd van digitale technologie om de logheid en de dodelijke wachttijden van productievertragingen drastisch te verminderen. De laatste tijd vernauwen ook zijn ruimtes: zijn obsessies en vormelijke motieven passen prima in een café (Grass) of een hotel (Hotel by the River).
In het geval van In Front of Your Face gaat deze weigering om te wachten echter niet gepaard met transcendentie, laat staan met dramatische overbelasting. Sangoks ziekte wordt nooit getoond. Haar achteruitgang is nooit waarneembaar. Deze minimalistische dramaturgie gaat hand in hand met de scherpte van de regie. Verkondigen is tonen! Als de heldin zegt dat er niets anders opzit dan te leven en te kijken, zit er voor de toeschouwers niets anders op dan te leven en te kijken.
In feite speelt het laatste deel van de film in op promiscue ruimtes (café, achterafstraatjes) en zoete ontboezemingen om zo een ongewone trilling op te wekken. Op een bepaalde manier raakt de film de gratie van Agnès Varda’s Cléo de 5 à 7: het alledaagse leven voor het eerst en – misschien – voor het laatst voelen. Samen een glas drinken en een maaltijd delen, onhandig een liedje spelen op de gitaar, elkaar tegen het lijf lopen in een smalle straat. De rilling van deze laatste ontmoeting wordt versterkt tot golven prozaïsche romantiek, waarin twee volwassenen terug adolescenten lijken te worden.
Maar wat als het allemaal maar een spel is? Is er echt sprake van een ziekte of is het een artefact dat onmisbaar is om toegang te krijgen tot waarachtige gevoelens? De twijfels van in de hoofden van het publiek zijn een deel van het plezier. Maar Sangok antwoordt dat ze niet langer wil acteren (als actrice) maar gewoon wil leven, nu het nog kan.
Eén scène uit Introduction vormt een omgekeerde echo van deze eis. In een restaurant ontmoet Young-ho een acteur van een jaar of veertig die nogal vol van zichzelf is. Wanneer Young-ho hem schuchter om advies vraagt over een hypothetische acteercarrière, repliceert deze gelegenheidsmentor hem dat hij veel te jong is en nog niet lang genoeg geleefd heeft om emoties uit te beelden.
Tegenover het gebod “je moet geleefd hebben om goed te kunnen spelen” uit Introduction stelt In Front of Your Face het “leven zonder te spelen”.
Tegenover de vraag “is mijn leven al begonnen?” uit Introduction stelt In Front of Your Face een andere angst: “Is dit leven al voorbij?”
Die twee uitersten spelen elkaar constant de bal terug. Als twee frontale spiegels blijven de twee films elkaar verontrustende echo’s toespelen. Het is Hong Sang-soo’s gave om tussen zijn films een duizelingwekkende reeks existentiële vragen op te roepen. Daarom is wat we in zijn films zien een zuiver heden, in steeds nieuwe tinten, dat ons vertelt dat het essentiële altijd voor ons ligt: zowel voor het leven dat komt als voor onze ogen.
Beeld (1) uit Inteurodeoksyeon [Introduction] (Hong Sang-soo, 2021)
Beeld (2) uit Dangsin-eolgul-apeseo [In Front of Your Face] (Hong Sang-soo, 2021)