Ontwerp voor een tekst
Alles begint met een vraag.1 Hier luidt de vraag: is een kunstwerk een sisyfusarbeid? Elk kunstwerk is een hachelijke onderneming. Elk artistiek project is al van in den beginne tot mislukken gedoemd en doordrongen van zijn onmogelijkheid. Kunst is altijd weer een onafwendbaar fiasco. Buiten in zijn tuin, gezeten aan een kleine tafel voor een witgekalkte bakstenen muur (waarop de woorden “DÉPARTEMENT DES AIGLES” staan) schrijft Marcel Broodthaers in een schriftje met een ouderwetse penhouder die hij in een inktpot doopt. Plots begint het te regenen. De regen valt in dikke druppels uit de hemel, als rijpe trossen. Het is een erg lokale (artificiële)2 bui: op een bepaald moment lijkt het enkel op Broodthaers en zijn tafelblad te regenen. Het water spant samenzweerderig samen. Het is geen gemiezer, geen magere, solistische regen zoals zo vaak in België. De druppels bundelen de krachten om Broodthaers op de proef te stellen, om zijn onverzettelijkheid te testen. Hij blijft verder schrijven, in weerwil van de moeilijke omstandigheden. De regen verhevigt, de inktpot stroomt over. Alles wordt doornat. De tekst wil beeld worden, maar faalt.3 Het schrijven wist zichzelf langzaam maar zeker uit. Nadat de titel “Projet pour un texte” in beeld verschijnt, geeft Broodthaers er de brui aan. Hij legt zijn pen neer en verdwijnt uit beeld. La pluie (projet pour un texte) (1969) werd gedraaid in de tuin van Broodthaers’ huis in de Boomkwekerijstraat in Brussel, waar hij zijn Musée d’Art Moderne, Département des Aigles oprichtte.4 Zowel La pipe (René Magritte) als La pipe satire werden in hetzelfde jaar op dezelfde locatie opgenomen. La pluie (projet pour un texte) maakte in 1970 deel uit van Broodthaers’ Cinéma Modèle, vijf films gewijd aan dichters en kunstenaars uit verschillende tijdsgewrichten: Jean de La Fontaine, Charles Baudelaire, Stéphane Mallarmé, Kurt Schwitters en René Magritte. Elke figuur belichaamde voor Broodthaers een bepaalde poëtica. Het filmprogramma was een onderdeel van zijn imaginaire Musée d’Art Moderne. De film maakte in 1972 tevens deel uit van het Rendez-vous mit Jacques Offenbach-programma en werd opgenomen in een heel aantal van zijn tentoonstellingen, onder andere in Film als Objekt – Objekt als Film in Städtisches Museum Abteiberg (Mönchengladbach, 1971), Actualité d’un bilan in Galerie Yvon Lambert (Parijs, 1972), Éloge du sujet (als onderdeel van de Salle Lumière) in Kunstmuseum Basel (1974) en Films, dias et fotos : Une contradiction entre le mouvement et le statisme de l’image in Städtische Kunsthalle Düsseldorf (1975). Onderstaande tekst werd door Marcel Broodthaers geschreven en is gewijd aan de film.
Elias Grootaers
Ontwerp voor een tekst
– Ik haat de beweging die de gave lijn verstoort5 –
Als ik een film maak, voor een cinema die nog altijd wordt gedefinieerd als de discipline van beweging, ben ik genoodzaakt het vers van Baudelaire te herhalen, tenzij ...
1. ... ik de film niet maak en tegelijk de waarde van de onbelichte film aanvaard, die blanco bladzijde van de filmmaker, en bid dat anderen hem maken.
2. ... ik een film maak ten koste van de haat. Een liefdesfilm bijvoorbeeld. Dat is heel aanlokkelijk, maar dreigt als spandoek gebruikt te worden voor een breed assortiment aan koopwaar: reclamefilms, propagandafilms, pornografische films, verboden films.
3. ... ik de problemen van de taal die kenmerkend is voor de cinema van mij afzet door de film te beschouwen als een eenvoudige verwijzing naar een of andere abstractie.
Ook in bepaalde aspecten van de conceptuele kunst is film vaak een banale tussenschakel, waarbij de idee als onderwerp de hoofdrol speelt. Maar wordt het onderwerp door het cliché van de stijl als pure overdracht niet tekortgedaan, of opgeslokt en uitgespuwd in een documentaire van gangbare opvattingen, die slechts af en toe origineel is?
.... Meer dan die van de cinema (de laser?), stellen de nieuwe beeldtechnieken ons in staat om een oplossing te vinden, voorbijgaand, vrees ik, maar ongetwijfeld interessant.
Maar je moet al in een technologische wereld geboren zijn om dat soort van medium succesvol te gebruiken. En zie mij hier, gruwelijk verscheurd tussen iets onbeweeglijks dat al geschreven is en de komische beweging die 24 beelden per seconde tot leven wekt.
- 1Voor meer informatie over het oeuvre van Marcel Broodthaers, zie de inleiding en de voetnoten bij het interview met Broodthaers, “Ook een antifilm is en blijft een film”.
- 2Iemand buiten beeld houdt waarschijnlijk een tuinslang in de hand en sproeit in beeld, een speelse verwijzing naar L’arroseur arrosé [De besproeier besproeid] (1897) van de gebroeders Lumière.
- 3Denk aan het bekende citaat van Samuel Beckett uit Worstward Ho (1983): “All of old. Nothing else ever. Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.”
- 4Denk aan Marcel Duchamps “Dit is een kunstwerk”. Broodthaers stelde: “Dit is een museum.”
- 5Zevende versregel van ‘La beauté’ van Charles Baudelaire (1821-1867), in: Charles Baudelaire, Les fleurs du mal (Parijs: Le Livre de Poche, 1998). Het hele gedicht gaat als volgt:
Je suis belle, ô mortels ! comme un rêve de pierre,
Et mon sein, où chacun s’est meurtri tour à tour,
Est fait pour inspirer au poète un amour
Eternel et muet ainsi que la matière.Je trône dans l’azur comme un sphinx incompris ;
J’unis un cœur de neige à la blancheur des cygnes ;
Je hais le mouvement qui déplace les lignes,
Et jamais je ne pleure et jamais je ne ris.Les poètes, devant mes grandes attitudes,
Que j’ai l’air d’emprunter aux plus fiers monuments,
Consumeront leurs jours en d’austères études ;Car j’ai, pour fasciner ces dociles amants,
De purs miroirs qui font toutes choses plus belles :
Mes yeux, mes larges yeux aux clartés éternelles !
Beeld is een collage van filmstroken van La pluie (projet pour un texte) (Marcel Broodthaers, 1969)
Seuls: Kort werk 2 vindt plaats op donderdag 29 november 2018 om 20u30 in KASKcinema. Meer informatie over de vertoning vind je hier.