Anna Magnani’s gesloten deur
Roma, Fellini’s film uit 1972, toont een collage van groteske scènes die zich afspelen in Rome op verschillende momenten in de twintigste eeuw. Op een gegeven moment in de film zien we beelden van de nachtelijke straten en pleinen van Rome. Er klinken voetstappen die dichterbij komen, een schaduw strijkt over een gevel en dan wandelt een in het zwart geklede vrouw langs een rij huizen het beeld in. De voice-over geeft uitleg: “Deze vrouw die we naar huis zien wandelen is een Romeinse actrice, Anna Magnani.” Dit is inderdaad de beroemde Italiaanse film- en toneelactrice Anna Magnani. De voice-over gaat verder: “Zij zou een levend symbool van deze stad genoemd kunnen worden.” Vervolgens opent Magnani haar voordeur en maakt aanstalten om haar huis binnen te gaan. Er wordt geknipt naar een close-up. Ze draait zich om en richt zich lachend tot de camera: “Wat ben ik?” Het is de enige keer in de film dat de camera en de voice-over diëgetisch worden en door een personage worden aangekeken en aangesproken. De voice-over antwoordt haar: “Een Rome gezien als een wolvin en een Vestaalse maagd, aristocrate en bedelares, triest en ridicuul. Ik zou zo tot morgen kunnen doorgaan.” Magnani rolt met haar ogen en zegt: “Federí, ga slapen.” De voice-over: “Mag ik je een vraag stellen?” Haar antwoord: “Neen, ik vertrouw je niet.” Ze wenst hem goedenacht en sluit de deur. Dit was de laatste keer dat ze in een film verscheen, niet veel later werd de actrice ernstig ziek en stierf.
Fellini probeert Anna Magnani, die nog niet eerder in een van zijn films meespeelde, zijn film in te trekken. Al filmend maakt hij Magnani tot het personage “Anna Magnani, de Romeinse filmster”, onlosmakelijk verbonden met de verbeelde Romeinse filmische ruimte. Magnani die ’s nachts naar huis wandelt, wordt veroordeeld tot haar eigen beeld: “Anna Magnani.” Wanneer een sentimentele Fellini haar belaadt met symbolen, “wolvin en maagd, aristocrate en bedelares”, rolt ze met haar ogen, spreekt haar wantrouwen uit over Fellini’s intenties en sluit de deur. Maar ook deze Magnani, die niet wil meespelen, kan er niet aan ontsnappen: ook in Roma verschijnt ze tenslotte als haar eigen zinnebeeld. Ook deze Magnani belandt in Fellini’s filmconstructie, en wordt onvermijdelijk weer “Magnani, la Lupa”. In weerwil van alle weerwerk kan ze haar filmisch lot niet omzeilen. Elke “Anna Magnani” is een negatie, ze blijft zelf onherroepelijk afwezig. Hoezeer Fellini ook jacht op haar maakt, Magnani blijft verscholen achter een gesloten deur.
Als een nachtelijke wandeling door de stad, langs donkere huizen met gesloten deuren, zo bewegen wij langs personages. De deuren blijven zonder pardon gesloten. Wij toeschouwers hebben het raden naar wat zich achter de deuren verschuilt. De personages houden de waarheid aan zichzelf en schenken ons in ruil de verbeelding. De levens zelf blijven verborgen, zoals het spook dat we nooit zouden zien als we er geen wit laken over zouden gooien. Een personage is een laken: het maakt de geesten zichtbaar en houdt ze tegelijk voorgoed verborgen.
Beelden uit Roma (Federico Fellini, 1972)